Ron Jagers  –  kunstenaar

Ron Jagers

Wie had kunnen denken dat er ooit een carrière in het bankwezen voor Ron Jagers in het verschiet lag? Want dat Jagers, geboren en getogen in een ‘goed Katholiek gezin’ in het Amersfoortse Soesterkwartier, niet bij voorkeur regelvast is, zal geen verrassing zijn voor wie hem wel eens tegenkomt als beveiligingsmedewerker, curator, theatermaker, festivalorganisator, limousinechauffeur, fanfare lid, fotograaf of zomaar op straat in een van zijn uitbundige blousejes. Maar met een vader als procuratiehouder en een verzekeringsman als opa, kan deze jongste van vijf met zijn goede cijferlijst zo in de leer als filiaalleider bij ABN AMRO. Prima, interessante wereld, dat zou hij best willen. Maar dan moeten zijn lange baard (tot op de navel) en dito kapsel wel wat worden bijgeknipt.

Wat Jagers weigert.

Jagers belandt op de Sociale Academie in Baarn en later in Culemborg. Maar wat leer je daar eigenlijk? ‘Ik weet het ook niet,’ verklaart Jagers terwijl hij me recht aankijkt. Na zijn studie werkt hij in elk geval aan ‘samenlevingsopbouw’ in een Amersfoortse wijk en komt vervolgens terecht bij een adviesorgaan voor de minister van WVC, waar hij zich buigt over de wereld van kunstzinnige vorming. Voor veel geld wordt er door de top vergaderd, waar rapporten uitrollen die vervolgens bij het ministerie ergens in een la verdwijnen. ‘Dit is niet echt de manier, dacht ik. Praten over kunstbevordering is toch iets anders dan het zelf doen.’ Dus begint Jagers aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht een avondopleiding. Zijn fotografieportfolio verschaft hem toegang. ‘Ik ontwierp toen al de omslag voor een tijdschrift, ik maakte de foto en deed de grafische vormgeving. Voor die foto ging ik een dag op pad. Daar kreeg ik zestig gulden voor. De vormgeving leverde driehonderdtwintig gulden op, terwijl me dat maar een uurtje kostte.’ Pragmatisch bekeken is de keuze voor grafische vormgeving snel gemaakt. In het begin – ‘tijdens de kostbaarste periode’ – combineert Jagers baan en studie en maakt handig gebruik van het feit dat hij zijn eigen studieveld in praktijk brengt.

Tegen die tijd liggen er al een aantal activistische jaren achter hem. ‘Thuis lag ik in de clinch. Die linkse groepen waar ik me bij aansloot, dat pruimden ze niet.’ Op zijn vijftiende begaf Jagers zich in kringen met jongeren van de jeugdbeweging van de CPN. Een paar jaar later werd hij ook lid van de CPN. Niet zonder slag of stoot overigens; de partijtop in Amersfoort vertrouwde zijn anarchistische inborst niet. Jagers was daarnaast ook één van de oprichters van tABAK en protesteerde met allerlei acties tegen het aanleggen van een snelweg die een voor nu ondenkbare route neemt door het hart van Amersfoort, tot vlak langs de historische Sint Joriskerk. ‘Toen was het wel begrijpelijk. Het waren plannen die voor de oorlog al waren gemaakt. Amersfoort was maar een klein provinciestadje en ze wilden met de moderne tijd mee. Het was een trage tijd, besluitvormging duurde eindeloos. Dus na de oorlog pakten ze de plannen weer uit de la.’ Maar de actievoerders krijgen een stevige voet aan de grond bij de gemeente. De snelweg is er nooit gekomen.

29 september 2015

Tekst: Jantine Kremer

Foto’s: Jolanda Meulendijks