Lenneke van der Goot – kunstenaar

Popelen

‘Ik wist altijd al zeker dat ik dit wilde doen, het kunstenaarschap. Ik wist alleen niet zeker of ik het waar kon maken.’ Maar tot nu toe lijkt het daar behoorlijk op. Lenneke van der Goot (Gouda, 1979) is goed bezig met haar experimentele zoektocht naar de ruimte binnen en buiten de grenzen van de tekening. Dat vinden ze bij het Mondriaanfonds ook; anderhalf jaar geleden kenden ze haar de Werkbijdrage Bewezen Talent toe voor een periode van vier jaar. ‘Ik heb meteen mijn bijbaan opgezegd. Het WBT in combinatie met af en toe een opdracht of een verkoop is genoeg.’

Maar als je altijd al kunstenaar wilde worden, was het dan niet vanzelfsprekend om naar de kunstacademie te gaan? Lachend: ‘Ja. Zo vanzelfsprekend dat ik niet ben gegaan.’ Hoewel ze zich wel bij de HKU aanmeldt en uiteindelijk ook nog een jaar autonoom doet, kiest Van der Goot in de eerste instantie voor de lerarenopleiding. ‘Op een open dag stond iemand daar zo bevlogen te praten. Hij zei; ‘Onze visie is dat als jij een maker bent, je ook kunt doceren.’ Ik vond het daar onwijs leuk. Veel faciliteiten, heel vrij en je kreeg ruim de tijd voor je eigen werk. Maar misschien was het ook wel een soort plichtsgetrouwheid, dat je ook nog een vak moet leren, naast het kunstenaarschap.’ Van der Goot wist wel vanaf het begin dat ze geen les wilde geven op een middelbare school. ‘Mijn stages liep ik ook op andere plekken. Zoals de Waag Society in Amsterdam. Van alle bijbanen die je kunt hebben, vind ik het docentschap nog steeds erg leuk. Ik wil alleen wel dat het echt om de kunst gaat en niet dat leerlingen het uit gemakzucht kiezen.’

‘Soms vragen mensen ook; is het niet eenzaam, het kunstenaarschap? Maar dat is maar net hoe je er in staat. Ik doe heel graag opdrachten. Zoals vorig jaar in Beverwijk, dan heb je met een hoop partijen te maken, echt een uitdaging.’ Bij Van der Goot merk je aan alles dat ze staat te popelen om nieuwe dingen uit te proberen. Dat ze niet van plan is het leven saai en voorspelbaar te laten worden. Of tot stilstand te komen. Als we Van der Goot in haar atelier bezoeken, is ze ook alweer onderweg naar iets nieuws; ze zit middenin de voorbereidingen van een verhuizing. ‘We gaan weg uit Amsterdam, het is nu zo druk dat het echt niet leuk meer is.’ Na allerlei plannen en een lange zoektocht, kozen ze voor Arnhem. Vanwege het levendige kunstklimaat en de mooie omgeving. ‘We willen thuis een atelier maken zodat ik op elk moment, als de kinderen slapen of op school zijn, kan werken.’ Dus binnenkort nog meer tijd om al haar energie om te zetten in tekeningen op papier, vormen van gips, lijnen van tape. Maar vooral; dingen die ze nog nooit eerder deed. En dat is goed nieuws.

Tekst: Jantine Kremer
Foto’s: Jolanda Meulendijks
Juni 2018