Jitske Bakker – kunstenaar
Groot, groter, grootst
Er is chocoladetaart als we Jitske Bakker (Delft, 1982) bezoeken in haar atelier. Ze viert haar laatste week als dertiger. Maar eigenlijk maakt het niet uit. In haar hoofd is ze voorlopig nog 26. En misschien nog wel jonger. Ze doet namelijk dagelijks wat ze haar hele leven al doet: ze tekent. ‘Ik tekende altijd. Het was net zo natuurlijk als eten en drinken voor mij. Ik maakte boekjes, met tekeningen en tekst en dan moest mijn moeder het voorlezen. Ik was heel productief.’ Nog geen vier jaar oud, bestonden haar teksten uit nagetekende letters, wat wel wat vergde van het improvisatievermogen van de lezer. ‘Mijn ouders waren beide architect. Er stonden twee grote tekentafels thuis en er waren altijd potloden en pennetjes. Ik vond het heel knap dat zij zo precies konden tekenen.’
Voor anderen was het vrij duidelijk dat Bakker naar de kunstacademie zou gaan. ‘Maar tekenen was voor mij een houvast. Iets wat ik gewoon goed kon, een ontsnapping. Misschien was de academie voor mij een te voor de hand liggende keuze, te benauwend. Ik had niet het idee dat er meer uit te halen viel. Ik wilde de maatschappij in, mezelf nuttig maken en voor mezelf zorgen.’
Ze werd medewerker in een verzorgingstehuis. Na vijf heel betrokken jaren, was het wel op. ‘Ik nam het werk echt meer naar huis. Toen ik heel ziek thuis had gezeten en daarna weer naar m’n werk ging, werd ik aangereden. Mijn fiets werd wel geraakt, maar ik – en ik ben echt niet zo acrobatisch – was er op de een of andere manier afgesprongen. Dat vond ik zo vreemd. Het was voor mij een teken dat ik niet echt aanwezig was.’ Bakker ging alsnog op zoek naar een voor haar geschikte academie en vond het in Den Haag, een academie met een serieus klimaat. Bakker leerde veel van de uiteenlopende invalshoeken van de verschillende docenten; om dingen te doen die ze eigenlijk niet zo interessant vond, maar ook om niet te veel waarde te hechten aan wat ze gemaakt had. ‘Een docent liet ons kleien, terwijl hij met een grote hamer rondliep. Als je te veel de details in ging of als je er te veel mee in je nopjes was dan – BAM! – sloeg hij er met zijn hamer op.’
Op de academie experimenteerde Bakker met kijkdozen, maar net als haar medium – tekenen – was ook haar thema vrij constant, ze zocht haar onderwerpen in de natuur. ‘Het ging vaak over lichtval en beweging, hoe schaduw op een boomstam beweegt bijvoorbeeld.’ De naam Elly Strik valt regelmatig tijdens het gesprek. ‘Haar lessen waren het fijnst, je mocht alles en je kon je eigen opdracht formuleren. Tegen mij zei ze; ‘Ik ben benieuwd wat het losmaakt als je op internet zoekt naar beelden die onaangenaam zijn.’’ Bakker ging gelijk voor het ergst denkbare; een in oorlog gesneuveld kind. Tekende je dat op een andere manier? ‘Dat werd wat grover. Het hield me vooral mentaal bezig; waar kijk ik liever niet naar? Maar het is ook relatief. Want natuurkrachten worden ook niet altijd als iets positiefs gezien. Het is een vormende kracht, wij plakken daar een positieve of negatieve notie aan. Net als bij creatie is de basis transformatie.’
Ondertussen was een merendeel van de docenten niet echt blij met haar grote houtskooltekeningen. ‘Dat ik al zoiets te pakken had, dat was lastig. Het werd getolereerd – ze zagen dat ik mijn best deed – maar ik moest er nog heel veel naast doen. Voor mijn afstuderen was het maken van een film een eis. Ze redeneerden dat dat de enige ingang was om mijn werk te kunnen beoordelen.’
Na de academie bleef het papier, bleef het houtskool. ‘Ik vond het heerlijk om even met rust gelaten te worden.’ Haar tekeningen werden groter en groter en groter, tot de omslag bij De Ruimte van Rolf in Gouda in het najaar van 2015, toen er een dimensie bij kwam. Rolf van der Mije vroeg haar of ze het aandurfde om iets heel anders te doen. Dat bleek precies de goede vraag. ‘Ik verbleef er een maand, compleet met luchtbedje en klamboe, want ik sliep er ook.’ Op een nacht werd Bakker overvallen door een nachtmerrie. ‘Nu zie ik het niet meer als een nachtmerrie, maar toen ervoer ik het wel zo. Ik werd aangevallen door een figuur, het voelde alsof het papier boos op me was.’ Het papier moest van de wand, de ruimte in. Dat was duidelijk. En zo geschiedde.
En soms lijkt Bakkers papier inderdaad een eigen leven te leiden. In een filmpje gemaakt tijdens het project Raw Footage (2020) zie ik hoe een groot vel papier rusteloos door een grote verlaten fabriekshal beweegt. Kreukels en stof vergarend, zoals mensen levensverhalen en bijbehorende rimpels verzamelen gedurende hun leven. Ze vormen het uitgangspunt voor Bakkers ontdekkingstocht met houtskool, in- en uitzoomend, het papier overal aanrakend, op zoek naar details om zich in te verliezen.
8 september 2022
Tekst: Jantine Kremer
Foto’s: Jolanda Meulendijks