Ilse Leenders – kunstenaar
GEEN GEHOK
‘Eigenlijk voel me ik me al vanaf dat ik heel klein was, verwant met Japan.’ Ilse Leenders (1979, Leiden) zoekt als peuter bij de bibliotheek regelmatig prentenboeken uit die Japans blijken te zijn. ‘En de eerste keer dat ik Japan bezocht, woonde ik in Parijs en hoewel ik maar heel beperkt Japans spreek, had ik toch het gevoel dat de communicatie daar makkelijker verliep. Er heerst een heel visuele cultuur, er wordt met het lichaam gecommuniceerd en dat past bij me.’
Leenders weet al vrij jong dat ze creatief is en in havo 4 volgt ze een cursus academievoorbereiding bij het plaatselijke kunstcentrum. Haar ouders vinden het prima dat hun dochter voor de kunstacademie kiest, maar haar decaan denkt daar op dat moment heel anders over; ‘Dat kun je nooit aan!’ roept zij na een beroepskeuzetest. ‘Gelukkig had ik de laatste twee jaar het examenvak tekenen van een echt goede docente. Ze was de eerste volwassene die liet zien dat kunst heel serieus is, het was niet langer een lekker uurtje niksen. Ze gaf ook kunstgeschiedenis en behandelde het chronologisch. Vanaf de Romantiek, bij Friedrich, bij Turner, merkte ik; aah, dít is interessant. Vanaf toen raakte de kunst mij echt. Na mijn eindexamenwerk begreep ook mijn decaan mijn keuze voor de academie.’
Vanwege haar leeftijd, ze is een vroege leerling, komt Leenders na haar eindexamen eerst op een mbo-jaar fotografie terecht. ‘Dat was het ergste jaar uit mijn leven.’ Waarom? ‘Omdat het mbo was. En we kregen maar 1 keer in de zes weken doka-les. Maar omdat ik fotografie toch nog leuk vond, zelfs daar, wist ik wel zeker dat ik dat wilde doen.’ Leenders vertrekt naar Den Haag, waar ze opgeleid wordt aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten, ‘een hele goede, technische basis’. Het vertellen van een geënsceneerd verhaal in beeld leert ze daar nauwelijks, maar dat is wel precies waar ze zich nu als fotograaf mee bezig houdt – alleen en als duo GiesenLeenders.
In juli van dit jaar heeft Leenders haar Master bij het Piet Zwart Institute afgerond met het project Wandering Flock. Ze ontwikkelde een methode om groepen mensen als één lichaam te laten bewegen, gebaseerd op de indrukwekkend zwermende groepscohesie van spreeuwen. Het gaat niet om een performance, niet om een fotoproject, maar om de beleving van de deelnemers, om te stoppen met redeneren, in je lichaam te komen en mee te bewegen met de dynamiek van de groep. Het onderzoek blijkt een moeizaam proces, waarbij Leenders zelf juist erg veel in haar hoofd zit en opvallende weerstand ondervindt vanuit het instituut; jij bent toch fotograaf? ‘En ik wil juist niet meedoen aan dat gehok!’ Nog een reden waarom Leenders zo graag in Japan is; ‘In Nederland willen mensen dingen heel graag in een hokje hebben, in Japan lopen rituelen en gebruiken van bijvoorbeeld het Shintoïsme en het Zen Boeddhisme soms juist door elkaar. Het spreekt me aan dat je zelf de dingen bij elkaar raapt die je inspireren.’
18 oktober 2017
Tekst: Jantine Kremer
Foto’s: Jolanda Meulendijks