Het atelier van Tanja Smeets

Organisch woekeren

 

De sculpturen van Tanja Smeets die bijna een jaar hebben doorgebracht in Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam staan op het punt  terug te keren naar Utrecht. Om ruimte te maken, brengt Smeets een paar dagen in haar atelier door op de 1e verdieping van een voormalig schoolgebouw. Door de hoge ramen zie je, zoals dat hoort bij een oude school, de takken van een grote boom. Onder haar dansen dansers en spelen kinderen in een crèche, links en rechts werken collega-kunstenaars. Aanstekelijke pianoklanken uit een van de naastgelegen ruimtes begeleiden ons gesprek.

 

Niet alles komt definitief terug naar het atelier. Een deel van All Systems Melt Down (2013) is aangekocht door chemiebedrijf DSM. De installatie van witte paddenstoelachtige vormen – ontstaan door klei door een zeef te duwen – is op maat gemaakt voor het Boijmans en kan niet zomaar opnieuw worden geïnstalleerd; bij de aankoop hoort daarom een werkperiode bij het Europees Keramisch Werkcentrum (EKWC), zodat Smeets het passend kan maken voor zijn nieuwe thuis.

 

Onontgonnen terrein

Het zal de derde keer zijn dat Smeets naar Den Bosch vertrekt om met keramiek te experimenteren. Het is nu een belangrijk onderdeel van haar oeuvre, maar als Smeets in 2008 voor een ontwerpopdracht van de gemeente Woerden keramiek wil toepassen, vormt het nog een volledig onontgonnen terrein. ‘De opdracht was een gevelsteen met specifieke afmetingen, maar ik wilde echt iets integreren in de bakstenen muur, dat overbekende patroon doorbreken. Keramiek leek me heel geschikt omdat je er buiten heel organisch en verfijnd mee kunt werken.’ Aan de oranje vormen die zo vanzelfsprekend de bakstenen gevel over lijken te willen nemen, ging een tergend langzaam proces vooraf van ontdekken hoe ze keramiek naar haar hand kon zetten. Of juist niet.

 

Toeval

Dat proces is eigenlijk nog steeds niet afgelopen, maar veranderd in een interessant experiment, waarbij Smeets de medewerkers van het EKWC ongetwijfeld tegelijkertijd razend en erg blij maakt met haar wel haast onmogelijke wensen zoals het combineren van bestaand keramiek (rode kopjes van de HEMA) met gekleide zwammen voor de grillige, druipsteengrotachtige sculptuur Red Landscape (2013). Onderdeel van het experiment betreft ook de variatie in samenstelling van de klei, waardoor haar door de zeef gedrukte vormen op uiteenlopende manieren smelten. Keramiek staat bekend om zijn oncontroleerbaarheid, maar voor Smeets is dat ook juist waardevol. ‘Een beeld moet er vanzelfsprekend en organisch uit zien en daar helpen onregelmatigheden bij.’ Ook door de samenwerking op te zoeken, vrijwel altijd een belangrijk onderdeel van Smeets werkwijze, laat ze het toeval en onregelmatigheden van het handschrift van anderen haar sculpturen binnensluipen, zoals bij het samenbinden van de afstandhouders voor Silent Runner (2013). Magisch Zoals voor veel kunstenaars is het ook voor Smeets technisch gezien vaak onmogelijk haar sculpturen helemaal alleen te realiseren. Daarbij komt dat Smeets voortdurend met nieuwe en ongebruikelijke materialen werkt. Zo was ze voor Chain Reaction (2010), stoelen van stalen kettingen voor een park in de Gemeente Heemskerk, afhankelijk van de sympathie en het enthousiasme van vele buitenstaanders. ‘Iemand moet bereid zijn 1000 lasjes op een dag te zetten. Het is belangrijk dat iedereen met me mee gaat, anders lukt het nooit.’ Die bereidwilligheid gaat soms onverwacht ver. ‘Het moment waarop de stoelen gelast waren en in het coatingsbad gingen, was magisch. Er stonden zeven mannen omheen die voorzichtig aan het bad schudden zodat er een goede coating ontstaat zonder dat de gaatjes dichtslibben. We verstonden elkaar nauwelijks – ze kwamen overal vandaan – maar op dat ogenblik wilde iedereen er even voor gaan.’

 

Autonomie

Smeets werkt eenmaal samen met haar vriend en vormgever Tejo Remy en zijn partner René Veenhuizen. In 2008 ontwerpen ze samen Accidental Carpet; een tapijt gemaakt van repen oude wollen dekens, gevormd in een grillig en kleurrijk patroon. ‘Voor mij is het wel gebruikelijk de grens van autonome kunst op te zoeken en vóór deze samenwerking dacht ik dat we precies hetzelfde deden. Dat is tot op zekere hoogte ook wel zo; het spelen en de manier van denken en werken is hetzelfde, maar de uitkomst is toch heel anders. De eerste versie van het kleed vertoonde na een middagje met vijf kinderen allemaal rafelranden en ik vond dat heel mooi, maar voor een gebruiksvoorwerp kan dat eigenlijk niet.’ Voor Chain Reaction geldt hetzelfde; ‘Het is in de eerste plaats een sculptuur. Of de stoelen comfortabel zitten is minder belangrijk.’

 

Blije buurt

Haar recent in Schiedam geplaatste sculptuur Barrier Reef (2013), bestaande uit 1100 knipselachtige vormen van dik, weer- en vandalismebestendig staal, kreeg naast een beeldende ook een praktische functie. Smeets selecteerde zelf de locatie en vond een muur met anti-klimbeveiliging om een verzorgingsflat aan de rand van de wijk; ‘Een vreselijke, kale hoek.’ Barrier Reef heeft op een organische en esthetische manier de functie van de beveiliging overgenomen. De bewoners, in hun nopjes, zijn inmiddels geld aan het verzamelen om het beeld verder de wijk in te laten woekeren. Voor Smeets maakt het niet uit of ze vrij of in opdracht werkt, maar ze realiseert zich dat er voor de kijkers wel degelijk een verschil is; ‘Ik neem altijd veel tijd voor de buurtbewoners. In een museum komen mensen echt voor kunst, een heel andere instelling. Met objecten in de openbare ruimte worden mensen zomaar geconfronteerd. Misschien blijft het wel 25 jaar en zien mensen het iedere dag.’ Tijdens de installatie van haar sculptuur in Schiedam is ze vooral in gesprek met de passanten. ‘Ik zorg ervoor dat ik mensen spreek die een beetje voor het beeld willen zorgen, die het bijvoorbeeld willen melden als er iets mee is.’

 

Atelier overal

Smeets werkplek kan overal zijn. ‘Voor Barrier Reef zat ik veel in het metaalbedrijf te werken. Er gebeurt dan van alles om me heen, maar daar kan ik prima mijn gang gaan. Ik ben graag onderweg.’ Zo reist Smeets van expositieplek naar opdrachtgever, van een fabriek naar een wijk. Maar even de tijd nemen om in haar atelier te zijn is af en toe ook wel wenselijk. De vensterbank, tafels, vloer en de ingebouwde verhoging staan vol met (fragmenten van) ouder werk, maquettes, eindeloos veel materiaalvoorbeelden en experimenten met keramiek en stof. Aan de wand hangen prachtige tekeningen. Ze vormen volgens Smeets op geen enkele manier een voorstudie voor ruimtelijk werk; ‘Maar misschien zou ik het wel meer moeten doen.’ Dat lukt niet onderweg, maar wel in de stilte van haar eigen atelier. Stil, op de pianoklanken van de buurman na dan.

 

10 februari 2014

Tekst: Jantine Kremer

Foto’s: Jolanda Meulendijks