Het atelier van Jitske Bakker

Verbinding

Onze laatste Vensterbankreis gaat per fiets. Met Jolanda doorkruis ik Amersfoort op weg naar Kattenbroek, waar we Jitske Bakker bezoeken. Terwijl buiten bij de voordeur de hibiscus uitbundig staat te bloeien, zijn op zolder de ramen afgeschermd tegen de al te felle zon in het ruime, nieuwe atelier dat het hele dakoppervlakte beslaat. Voor het dak werd doorgebroken, werkte Bakker ook thuis, maar dan in een ruimte van drie bij drie. ‘Ik kon wel net zo groot werken en het was ook fijn en spannend om helemaal in de tekening te verdwijnen, maar ik kon het niet goed overzien. Ik denk dat ik nu beter verbindingen kan maken.’

 

Biologische klok

Bovenaan de trap zijn aan de lange linkerwand kasten opgesteld waar rollen papier in passen. Rechts hangt Bakkers papieren drieluik klaar voor de multimediale groepstentoonstelling Onbegrensd in het Mondriaanhuis met daarnaast een stapel van drie grote, zelfgebouwde transportdozen, waarin Bakkers installatie een week later wordt vervoerd. Hoe is deze zichzelf verdichtende en uitwaaierende serie tekeningen begonnen? ‘Ik begin met vouwen.’ Voor zo’n groot vel gebruikt ze haar hele lijf. ‘Ik stamp er ook op. De vouwen zijn dominant, maar het is zaak om dat niet zo te laten lijken, om ze naar mijn hand te zetten.’ Al tekenend verkent Bakker het ontstane onregelmatige oppervlakte van het papier, soms de kreuken volgend, soms negerend, soms eindeloos in details verdwalend. Maar daar is niet altijd tijd voor. ‘Voor projecten stel ik me in op een deadline en maak me dat eigen als een soort biologische klok die afloopt. Grofweg weet ik dan wanneer ik naar de volgende fase moet om op tijd klaar te zijn.’ Hoe zorg je ervoor dat je niet te lang doorwerkt? ‘Ik weet eerlijk gezegd niet of er zoiets bestaat als te lang doorwerken. Je kan een vel helemaal dicht tekenen, maar er is altijd ruimte om het alsnog compleet in stukken te scheuren, opnieuw samen te voegen.’

 

Oneindig

Behalve een ruime werkplek en de gelegenheid haar werk te overzien, heeft dit huis Bakker nog iets gebracht. ‘Ik woonde eerst op een flatje en bekeek de aarde van bovenaf. Ik was gericht op de oppervlakte, zag alles doodgaan en later weer opbloeien. Maar nu ik een tuin heb, kan ik veel meer inzoomen. Ik hoef maar even met een schepje in de aarde te gaan om te zien hoeveel daar gebeurt. Het is sterk en krachtig.’ Toen ze dit voorjaar bij het Mondriaanhuis gekoppeld werd aan componist Hans Bakker met de vraag op elkaars werk te reageren, speelde dat onvermijdelijk een rol. ‘We zijn samen de kroeg ingedoken en spraken over wat ‘onbegrensd’ voor ons betekent. Hans zoekt het onbegrensde in het spirituele, voor hem is de aarde eindig. Maar voor mij is het t idee van de natuur juist onbegrensd. Al die onzichtbare processen onder de grond tot een vloeibare kern aan toe.’ Vanuit deze grootsheid zoomt ze steeds verder in op de details. ‘Uiteindelijk ligt voor mij meer de nadruk op het kleine, want van daaruit wordt het grote opgebouwd.’

Bakkers fascinatie voor de ontwikkelingen in haar tuin komen bepaald niet uit de lucht vallen. ‘Vroeger, toen mijn broer en ik met mijn ouders in de bergen wandelden, wezen ze ons onderweg op de oude en jonge bergen. Die oude bergen waren al een beetje ingezakt en helemaal begroeid. Hun vorm was veel vriendelijker dan die van de jonge bergen die spits de lucht in staken.’ Het moet wat met je eeuwigheidsbesef doen als je er al jong op gewezen wordt dat de ogenschijnlijke onbewogenheid van een berg helemaal niet bestaat. ‘Maar het zijn natuurlijk begrippen die we er als mensen zelf op plakken, wij maken er losse dingen van, jonge bergen, oude bergen, mensen, dieren. Maar eigenlijk is alles één geheel.’

 

Onder de mensen

‘Vroeger wilde ik boswachter worden. Of non, want dan word ik door niemand gestoord.’ Bakker werkt nog steeds het fijnst als ze ongehinderd haar gang kan gaan. ‘Ik heb de focus van opdrachten ook nodig, maar uiteindelijk is het de afwisseling tussen projecten en compleet vrij werk waarbij ik de tijd wel mag verliezen die een gezonde dynamiek geeft.’ Thuiswerken lijkt daarbij de beste manier. ‘Zo deed ik het op de academie ook al. Ik vond het soms heel spannend om daar iets te maken. Dus ik begon liever thuis, toch een soort nestje.’

Met enige regelmaat doorbreekt Bakker haar hang naar geborgenheid bewust. Zo was de futuristische tent van MIR in 2018 twee weken lang haar domein en konden passanten tijdens haar werkproces binnenwandelen. En een paar jaar eerder tekende ze tijdens de groepstentoonstelling Blauwdruk 33 uur achter elkaar op een hangende rol papier. ‘Ik wilde zien hoe ver ik kon komen en vroeg me bijvoorbeeld af of vermoeidheid iets zou veranderen. En ik vind het interessant om het proces te delen. In de Ruimte van Rolf bijvoorbeeld, stond ik ’s ochtends te tekenen, terwijl er mensen langsliepen op weg naar hun werk. Mijn werk kwam zo in hun routine terecht.’ Voor iemand die graag op zichzelf is, moet er misschien wel iets overwonnen worden voor dergelijke openbare projecten? ‘Zeker. Wanneer ik benaderd word, probeer ik er eerst achter te komen of ik mij voldoende vrij voel of dat er te veel context is waardoor ik mij al bij voorbaat te veel in een keurslijf van verwachtingen gesnoerd voel. Soms heb ik even nodig om goed na te denken, ik zeg niet altijd meteen ja. Dit soort korte tijdspannes zijn zowel mentaal als fysiek heel intensief, ik zou het niet aan de lopende band kunnen doen. Maar ik heb tot nog toe het idee dat elk project ook echt steeds meer moed en energie geeft voor het volgende.’

 

Houtskool is niet zwart

Vorig jaar lanceerde Bakker met Oog op het onverwachte een nog persoonlijker aanpak. ‘Er waren een aantal expo’s waar ik aan meedeed, die maar heel kort open konden. En ondertussen wordt de drempel om iets te gaan bekijken er niet lager op. Daarom wilde ik iets doen wat sowieso door kon gaan én wat kan helpen om sympathie voor de kunstwereld terug te krijgen, wat minder gesloten te maken.’ Ze vroeg Amersfoorters haar een geschreven motivatie te sturen voor een kunstwerk waarvan zij nog niet wisten hoe het er precies uit zou zien. Bakker koos er tien en maakte voor ieder een werk en gaf het een citaat uit de motivatie als titel. ‘Het was ook nog best spannend met het wegbrengen van de werken. Je hebt geen idee waar je terecht komt. Maar de mensen waren heel lief.’

Nu hangen er – mede dankzij de Flitsimpuls van de Gemeente Amersfoort – door heel de stad tenminste tien Bakkers bij mensen thuis. En er sloop warempel zelfs kleur in deze kleine tekeningen. Voorlopig lijkt dat echter een eenmalig uitstapje. ‘Primair in mijn werk is het papier en het houtskool en alle grijstinten daartussen.’ En trouwens: ‘Echt zwart is houtskool niet.’ Het is waar, het is meer diepdonkerbruin. ‘En houtskoolpoeder is weer net wat blauwer.’ Bakker gebruikt altijd houtskool van de wilg, maar de komende tijd zal ze haar houtskoolhorizon verbreden. Met een groepje houtskoolcollega-kunstenaars gaat ze houtskool leren stoken en verschillende soorten houtskool uitproberen – takken van de rode ribes en de forsythia staan al klaar – en werkmethodes en technieken uitwisselen. Ze vindt het spannend. ‘Het is toch een mysterieus proces, hoe je tot een kunstwerk komt. Als je collega’s vertelt hoe je het doet en zij volgen deze werkwijze, ziet het er dan precies hetzelfde uit?’

 

Als we later op het punt staan de zoldertrap af te dalen, op weg naar de voordeur, ligt daar een hele stapel kranten vol interessante en relevante artikelen. Gekregen van Adri Colpaart, de verzamelaar aan wie Bakker was gekoppeld tijdens het project Het visuele geheugen van de stad, afgelopen voorjaar. Zijn er behalve dit waardevolle contact ook aspecten in jouw werk die uit al deze samenwerkingsprojecten zijn blijven nazingen? ‘Op het ogenblik zingt er inderdaad heel veel na. Niet alle opgedane indrukken dalen meteen zodanig in dat ik er in concrete zin al iets mee kan.’ Duidelijk is dat het verlaten van haar nestje op zolder altijd verrijkend is. ‘Ik wil vreemde gebieden ontdekken en ik kom er steeds meer op uit dat dit iets is dat je juist ook samendoet.’

 

8 september 2022
tekst: Jantine Kremer
Foto’s: Jolanda Meulendijks

Jasper Hagenaar in atelier
Jasper Hagenaar in atelier
Jasper Hagenaar in atelier
Jasper Hagenaar in atelier
Jasper Hagenaar in atelier
Jasper Hagenaar in atelier
Jasper Hagenaar in atelier
Jasper Hagenaar in atelier
atelier detail Jasper Hagenaar