Het atelier van Isabel Ferrand
Verborgen herinneringen
Het atelier van Isabel Ferrand is verscholen tussen de bomen langs de snelweg bij Zeist. Het lage gebouwtje werd ooit neergezet als tijdelijk schoolgebouw, maar nu deelt Ferrand het al vele jaren met een aantal andere kunstenaars, waaronder haar man Harmen Brethouwer. Achter de raamwand van haar vierkante atelierruimte zijn de voorbijrazende auto’s hoorbaar en een klein beetje zichtbaar. ‘Het atelier is de maakplek. Soms, als ik moet schrijven of onderzoek moet doen, dan doe ik dat thuis.’ Momenteel studeert Ferrand aan het Sandberg Instituut, de masteropleiding van de Rietveldacademie, en maakt ze gebruik van de werkplaatsen aldaar. Het werken op locatie ervaart Ferrand als de meest inspirerende situatie; ‘De concentratie van tijd en omgeving werkt perfect! Op het Sandberg is het een ‘fusion’ van ontregeling omdat er ook anderen zijn, maar tegelijkertijd werkt het inspirerend, door de gesprekken en uitwisselingen.’
Grenzen van keramiek
Sinds 2005 verbleef Ferrand een aantal malen als artist in residence op verschillende plekken in wereld, waarvan twee keer bij het befaamde Europees Keramisch Werkcentrum in Den Bosch. Toen ze door directeur Ranti Tjan werd uitgedaagd een voorstel te doen had ze geen idee, maar vanwege haar grote interesse in nieuwe materialen, kwam ze met het voorstel te werken aan een 3D tegel, in Portugal een alledaags verschijnsel.
De ontdekkingstocht door de wereld van keramiek is nog altijd niet ten einde en een kist met tegels in het atelier bevat een greep uit de tot nu toe behaalde resultaten: van gouden tegels gepantserd met een breekbaar wit netwerk van nauwelijks nog herkenbare soldaatjes tot experimenten voor een zo transparant, zo dun mogelijk, kantachtig keramiek. Aan het verkrijgen van de juiste dikte klei waarmee getekend kan worden, gaat een alchemisch proces vooraf waarin papier van een bepaalde samenstelling een doorslaggevende rol speelt. Vervolgens vergt het weken uitproberen en oefenen om dunner, sneller en groter te kunnen werken. ‘Het toppunt van het brengen van perfectie met je handen.’
Biografie van de plek
Het werk dat Ferrand voor De Vensterbank aan het maken is, ligt op de werktafel middenin de ruimte: een oude plattegrond van Amersfoort opgediept uit Archief Eemland met daarop een gehaakte versie. Ferrand is gefascineerd door archieven en sinds 2008 komt ze er ook voor haar werk. ‘Ik hou er erg van om met verhalen te beginnen. Er zijn veel vergeten verhalen, de verbinding bestaat dan niet meer, en in het archief komen ze weer tot leven. Dan begrijp je waarom dingen zijn zoals ze zijn.’
In 2012 was Ferrand een jaar lang betrokken bij een project van een leer- en ervaringsplek voor schoolverlaters in een sloopgenomineerde woonwijk bij het industrieterrein van Zutphen. Ferrand wilde met dit project laten zien dat een plek, net als zijzelf, een biografie heeft. In de archieven ontdekte Ferrand dat er in de 15e eeuw schipbreuk geleden was waarmee vele Jacobakannen ten onder waren gegaan. Met klei uit de nabijgelegen IJssel maakten de jongeren met behulp van keramisten opnieuw Jacobakannen. Samen met tientallen oude, bewerkte plattegronden die Ferrand bij het archief had gedownload, werden ze ter afsluiting tentoongesteld in een plaatselijke galerie. ‘Ik wilde dat de stad zou weten waar ze mee bezig waren geweest. Het is geen bezigheidstherapie, het is echt belangrijk.’
Kennis hebben of vergaren van een bepaalde plek is een cruciaal gegeven in het werk van Ferrand. Een plek is voor haar niet zomaar een stip op de kaart, maar een verzameling herinneringen en gebeurtenissen die bij je horen en bij je blijven horen, ook als je daar niet (meer) bent. ‘Herinneringen zijn aanleidingen. Daarom ben ik kunstenaar geworden, om verhalen te vertellen.’
Bruidsschatten
Fascinerende en zeer persoonlijke archieven vormen de linnenkasten vol bruidsschatten van Ferrands tantes: ‘Een jaar of vijf geleden zag ik mijn tante borduren aan een tafelkleed en ze vertelde me dat ze er al 23 zomers mee bezig was.’ Om te voorkomen dat handen werkeloos blijven, is een handwerkje voor het grijpen hebben in Portugal heel gewoon. Ferrands tante zou uiteindelijk 25 jaar aan het tafellaken werken. ‘Ik besefte dat ik nooit van mijn leven zou beginnen aan een werk waarvan je weet dat je het niet met een paar maanden voltooid zou kunnen hebben. Het intrigeerde mij dat je de tijd zo kunt bezitten.’
Ferrand bezocht haar tantes een voor een om hun bruidsschatten te bekijken en te filmen. ‘De linnenkasten gingen open en de stemmen veranderden, ze werden laag en plechtig.’ Een tante toonde Ferrand een bruidslaken dat slechts een keer was gebruikt. Het wordt enkel nog met zorg en liefde gewassen en in de zon gedroogd en gestreken. ‘Terwijl het prachtige kwaliteit linnen is met het mooiste kant en het mooiste borduurwerk! Daar zou je mee de straat op moeten zo mooi.’
Kant en soldaatjes
‘Ik heb 17 jaar in dienst gezeten.’ antwoord Ferrand – lachend – op de vraag of het moeilijk was om als pacifist in een militair regime op te groeien. Een opvallend onderdeel van het werk van Ferrand bestaat uit decoratieve collages gemaakt van duizenden oude papieren speelsoldaatjes, zorgvuldig door haar vader verzameld, gekopieerd en volkomen accuraat met de hand ingekleurd. Ferrand verzette zich als kind hevig tegen deze vreemde verzameldrang van haar vader met zijn hoge functie in het leger. ‘Eigenlijk schaamde ik me. Maar toen hij overleed en ik dat hele gebeuren kon zien zonder de persoon van mijn vader en mijn eigen irritatie, zag ik dat we eigenlijk gefascineerd zijn door hetzelfde. Ik zag de liefde voor perfectie en historische accuratie. Ik zag niet meer de oorlog, maar ik zag de passie waarmee hij er aan gewerkt had.’
De kantachtige soldatencollages staan in het atelier naast de plattegronden die Ferrand combineert met kleurige klosjes garen om de ongrijpbaarheid van afstand vorm te geven. ‘Ik heb de mannelijke en de vrouwelijke lijn in deze werken bij elkaar gebracht. Het verbinden van werelden is de sleutel, dat heeft een kracht. Ik gebruik decoratieve patronen bewust, het is een taal die iedereen leest. Daarmee vang ik de toeschouwer: ze weten niet wat het is, maar het lijkt op iets en daarmee heeft het aantrekkingskracht.’
13 oktober 2014
Tekst: Jantine Kremer
Foto’s: Jolanda Meulendijks