Het atelier van Ilse Leenders

IN JE LICHAAM

Voor de Vensterbank bezochten we oude schoolgebouwen, boerenschuren en fabriekshallen, maar bij een watertoren waren we nog niet geweest. Vol bewondering kijken we op naar het fraaie, in 1871 gebouwde exemplaar in het oosten van Rotterdam, als achter ons de deur opengaat. Ilse Leenders heeft met haar vriend een bijgebouw van de inmiddels in onbruik geraakte waterzuiveringsinstallatie betrokken, waar ze om de onverzettelijk betonnen, vierkante waterzuiveringstank heen wonen en werken.

Vanuit het woonvertrek óp de watertank, kijk je uit over de oude, met water gevulde bezinkingsbaden, die nu een vrij en in de zon glinsterend uitzicht bieden. Voor Leenders is Rotterdam eigenlijk de enige stad van Nederland. Maar wat maakt een stad dan een stad? ‘Het internationale’, is haar antwoord. Typerend misschien voor deze internationaal opererend kunstenaar die tijdens het gesprek soms moeite heeft zich in het Nederlands uit te drukken, ze is meer gewend in het Engels te communiceren. ‘Nederland heeft niet echt grote steden, maar ook niet echt grote natuurgebieden en dat zijn twee dingen waar ik juist erg van hou.’ Toch wil ze nu niet weg uit Nederland. ‘We hebben een tijd in Parijs gezeten en als je dan na vijf jaar weer terugkomt, moet je weer helemaal opnieuw beginnen. En mijn familie woont hier, ik vind het prettig om bij hen in de buurt te zijn. We gaan wel elk weekend Rotterdam uit, naar een bossige omgeving.’

Handwerk

In het woonvertrek hangt vooral eigen werk van Leenders, waaronder Acer Palmatum uit de serie The Taste of Tea (2012), die tot stand kwam tijdens een werkperiode in Kyoto. Ik zie een landschap met een rivier, deels aan het zicht onttrokken door een vlucht typisch rode Japanse esdoornblaadjes die mij voorbij lijken te waaien. Het zorgvuldig gekozen standpunt en de perfectie van de compositie vertelt de kijker dat het vast geen toevallig gevonden beeld is. En dat klopt; ‘Ik heb eerst alle blaadjes met de hand uit vilt geknipt en ze daarna op een net bevestigd en die voor het landschap gezet. Daarna het landschap zonder de installatie gefotografeerd, zodat ik het net in de nabewerking kon weghalen. Ik gebruik Photoshop, absoluut, enkel voor dit soort dingen, of voor het weghalen van graffiti of een stopcontact. Nooit als uitgangspunt.’

Tekenachtig

Dit handwerk voor Leenders’ geënsceneerde werk is geen unicum; aan de andere kant van de kamer hangt een foto uit de serie Monotypes (2007) die ze met Maurits Giesen heeft gemaakt. Ook voorafgaand aan deze opname kwam nogal wat geknutsel kijken. Hoewel de man die op de trap zit uit een tekening lijkt te zijn weggeknipt, is het geen collage, maar een nauwkeurig geregisseerd beeld, met Giesen als acteur. ‘We wilden kijken hoe we het tekenachtige in fotografie konden omzetten. En daarnaast zochten we naar een grootstedelijke sfeer. We gingen allebei op zoek naar goede buitenlocaties, in grijstinten, Maurits in Nederland en ik in Parijs, waar ik toen woonde.’ Ze zochten passende, zwarte kleding, experimenteerden met de juiste houding en gebruikten een lamp om de lichtval na te bootsen en aan de hand daarvan een deel van het pak wit te maken; eerst met verf, daarna door er een witte stof overheen te stikken.

Ensceneren

‘Maurits en ik wilden allebei graag ensceneren, maar daar werden we niet zo in begeleid op de academie. We hadden wel modefotografie, dat kwam er eigenlijk nog het dichtst in de buurt en daar voelde ik me ook het meeste bij thuis.’ Dus vormen zij sinds hun afstuderen het duo GiesenLeenders dat met enige regelmaat samenwerkt en de wereld van de geënsceneerde fotografie op speelse en vaak filmische wijze ontdekt. Ook in haar eigen werk is Leenders in hoofdzaak regisseur van een zorgvuldig uitgedacht scenario. Afgelopen winter werkte Leenders als artist in residence in het Japanse Akiyoshidai International Art Village en daar maakte ze een foto van een vrouw in een ‘rural area’, met een typisch, klein werkwagentje op de achtergrond. Leenders had deze plek nabij Yamaguchi uitgezocht en samen met de vrouw de kleren die ze zou dragen. Ze had haar een hark gegeven en haar opgedragen golfbewegingen te maken in het zand, volgens oude zen-tuin patronen. Is het niet moeilijk, mensen te vragen allerlei dingen voor je te doen? ‘Nee, voor mij niet, op dat moment moet het gewoon gebeuren. Dus ook als het dan koud is bijvoorbeeld, gaan we toch even door tot het af is. Maar dat kan ook, ik communiceer graag met mensen. Ik vraag liever dan dat ik iets vertel, in woorden dan, ik vertel wel graag in beeld.’

Making of

‘De samenwerking met Maurits is vaak een beeldend, visueel onderzoek, zelf werk ik meer onderwerpmatig. Ik doe eerst grondig onderzoek naar een onderwerp dat me interesseert.’ Op de begane grond, naast de watertank, is een grote werkruimte die Leenders deelt met haar vriend Jelle Feringa. Een hoge, lange tafel bij het raam is bedekt met schetsen, kleine fotoprints, knipsels waarbij Leenders foto’s combineert, er soms aantekeningen bij zet. Ze maakt een soort betekeniscollage, waarbij oude gebruiken en symbolen letterlijk en figuurlijk over haar eigen associaties heen schuiven, waardoor haar werk in benadering al Japans is: ook in traditioneel Japans theater komen feit en fictie samen. Leenders laat een foto zien met kinderen die bij een trap aan de waterkant met ronde spiegels spelen. ‘In een Shinto shrine vormt een ronde spiegel een mediator tussen de spirituele wereld en onze wereld. Kinderen staan nog veel dichter bij de spirituele wereld, hier breng ik ze bij elkaar. De uiteindelijke foto heb ik wel van vier verschillende foto’s samengesteld. Een van de kinderen liet zich totaal niet regisseren.’

Vind je het belangrijk om de kijker te voorzien van achtergrondinformatie? ‘Soms denk ik dat het heel interessant is om te weten. Ik wil graag een boek maken met al mijn werk uit Azië, en nu denk ik precies daarover na; hoeveel laat je zien van je onderzoek, wat wil ik dat de kijker weet?’ Op de website van GiesenLeenders is een soort making of te zien van de Monotypes-serie. ‘Want op internet blijft van het onderzoek naar het tekenachtige niet zoveel meer over.’ Maar wil de kijker dat wel weten, knabbelt het niet een beetje aan de magie van het verhaal? ‘Wil je een making of zien van je favoriete film? Ja, soms wel, soms voegt dat iets extra’s toe.’

Dans

‘En het is ook niet per se zo dat elk beeld die gelaagdheid heeft.’ Soms vindt Leenders ook zomaar beelden, zonder ook maar iets te ensceneren; zoals de foto uit de serie Tokyo Monotagari (2008) van een auto omspannen met een zilvergrijze beschermhoes. Leenders fotografeerde het object in het donker, met alleen kunstlicht, tegen de betonnen kubus van het bijbehorende huis. ‘Ik kwam dat heel vaak tegen.’ En dus is daar opeens, ongeënsceneerd, een goed beeld, een onderdeel van het verhaal. Of een decor waartegen zich van alles zou kunnen afspelen. Leenders laat nog een foto uit dezelfde serie zien, van een groepje planten in pot, die buiten, in het donker, voor een fel verlicht raam staan. De sfeer is sprookjesachtig, de planten lijken bijna een soort geheime vergadering te beleggen of een dans uit te voeren. Maar die laatste gedachte is misschien wel een bijproduct van de vele foto’s van Leenders waarbij choreografie zo nadrukkelijk een rol speelt. Als kijker krijg je daardoor zelfs de indruk dat de waterflessen die in groepjes staan opgesteld tussen de wildgroei op een braakliggend terrein omringd door bebouwing, onderdeel zijn van een sierlijke dans of een eeuwenoud ritueel. De verhouding tussen de objecten, lichamen en omgeving, zo zorgvuldig in balans, laten een glimp zien van een ideale wereld vol harmonie waarin alle spelers precies even belangrijk en even onmisbaar zijn.

18 oktober 2017
Tekst: Jantine Kremer
Foto’s: Jolanda Meulendijks